De kern
De kern bestaat uit 2 delen, namelijk de binnenkern en de buitenkern.
De binnenkern is een vaste massa met een straal van ongeveer 1600 km, is waarschijnlijk een zware klomp samengeperst ijzer met in kleine hoeveelheden ander metalen, zoals nikkel.
De buitenkern is een vloeibare laag in de aarde met een straal van 1820 km. Het bestaat voornamelijk uit gesmolten ijzer. Deze buitenkern zorgt voor een magnetisch veld rond de aarde.
3D- model van de aarde
Dwarsdoorsnede van de aarde
Weetje
het grootste deel van de inwendige aarde is niet toegankelijk voor de mens. Het diepste punt dat ooit door een mens is bereikt, is de bodem van de diepste mijn, minder van 4 km onder het oppervlak.
(Wikipedia, 2013)
De mantel
Het grootste deel van de aarde (82%) bestaat uit de steenachtige mantel, die kan worden verdeeld in een buitenmantel en een binnenmantel op grond van hun fysische eigenschappen.
De binnenmantel
De binnenmantel is een mantel gelegen tussen de 300 km en de 2980 km binnen de aarde. Het is een vaste laag die constant onder druk staat.
De buitenmantel
In de buitenmantel, op diepten van ongeveer 75-250 km, ligt een gebied waar de seismische snelheid van enige procenten lager is van de gebieden daarboven en daaronder. Deze is bekend als de lage snelheidszone. Dit gebied is niet geheel vloeibaar omdat Seismische golven er doorvloeden.
Weetje
seismische golven zijn golven van energie die ontstaan door een aardbeving.
(Wikipedia, 2013)
De aardkorst
Het lichtste materiaal vormt aan de buitenkant een korst van een paar tientallen kilometer dik. Er zijn 2 soorten korsten namelijk:
Vulkanen
...het vuur der aarde
Een vulkaan is een opening in het oppervlak van een planeet waar gesmolten gesteente (magma), gas en brokstukken van vast gesteente (tefra) door naar buiten komen. Rond zulke openingen wordt vaak een berg gevormd en men sprak vroeger dan ook wel van een vuurspuwende berg. De momenten waarop materiaal door een vulkaan wordt uitgestoten worden uitbarstingen of erupties genoemd. (2013, Wikipedia)
Soorten vulkanen
De aarde telt ten minste 1500 vulkanen. Daarvan zijn geen twee vulkanen aan elkaar gelijk. Toch kunnen vulkanen ingedeeld worden in groepen. Een veel gebruikte manier om vulkanen te classificeren is gebaseerd op de vorm van de vulkaan.
samengestelde vulkaan
schildvulkaan
calderavulkaan
spleetvulkaan
Gebergten
Gebergten vinden hun oorsprong in de aanhoudende bewegingen van gesteenten in de aardkorst.
Er zijn 3 soorten gebergten:
plooiingsgebergten;
blokgebergten;
koepelgebergten.
Plooiingsgebergten
Wanneer 2 korstplaten tegen elkaar botsen, schuift de ene onder de andere. Het is mogelijk dat de overschuivende plaat een continent meevoert. De grootste bergketens ter wereld ( de Rocky Mountains, de Andes, de Alpen en de Himalaya). Deze worden nog steeds gevormd.
Blokgebergten
Wanneer een gesteentemassa scheurt en de 2 delen verschuiven, ontstaat door de verschuiving een geologische structuur die we een breuk noemen. Breuken kunnen zeer klein zijn of kunnen zich over een heel continent uitstrekken. Een nieuwe plaatgrens onder het continent duwt die zijde van de landmassa omhoog en vormt zo gebergten, terwijl lange blokken door de optredende spanningen kunnen wegzakken en breukdalen vormen.
Deze kunnen ook in blokken gespleten worden en over elkaar schuiven. Bijvoorbeeld een breukdal in Noordoost-Afrika.
Koepelgebergten
Een koepelberg ontstaat door middel van gesmolten materiaal dat diep onder de aarde naar boven geduwd word. Het is mogelijk dat het nieuwe materiaal zich daar ophoopt in een magmakamer. Daarbij kan de magma de bovenliggende gesteentelagen omhoog komen. Zo ontstaat een koepelberg, bijvoorbeeld de Black Hills in de Verenigde Staten.
Aardbevingen
Aardbevingen zijn trillingen van de aardkorst en worden veroorzaakt door schuivende platen (aardschollen) binnenin de aardkorst. Op de grenzen (breuklijnen) van deze aardschollen komen aardbevingen en vulkanen voor.
De platen in de aardkorst verschuiven ieder jaar 2 tot 12 centimeter. Als de druk tussen of in de platen groter wordt dan gaan de platen over elkaar en komt er een grote energie vrij die weer een aardbeving maakt. 90% van de aardbevingen komt voor op de grens van twee platen.
Men is nog niet in staat een aardbeving te voorspellen. Er zijn veel landen bezig met het ontwikkelen van gebouwen die aardbeving-bestendig. Hierdoor zal er minder schade zijn bij een aardbeving. De landen die dit proberen zijn landen waar veel aardbevingen voorkomen, onder andere Canada.
(Aardbevingen door de jaren heen)
De kracht van een aardbeving kan je meten met een speciaal apparaat, de seismograaf.
Voor “de kracht van een aardbeving” zegt men ook wel “magnitude”.
Mensen die de magnitude meten heten seismologen.
hieronder een foto van een seismograaf.
Een seismograaf bestaat uit een standaard, een rol registratiepapier, een standaard en dit zit vast aan een slinger, een gewicht met een pen eraan vast.
De schaal van Richter ,uitgevonden door Charles Francis Richter in 1935, is een schaal waar je de kracht van de aardbeving terugvind. Volgens de schaal van Richter liggen aardbevingen tussen de 1 en de 9. Negen is het zwaarst wat er bestaat en huizen storten in. Bij 1 voel je alleen de trilling van een vrachtauto die door de straat rijdt. (Schaal_van_Richter,2013)
Schaal van Richter
1 zeer lichte aardbeving, geen schade
2 zeer lichte aardbeving, trillingen voelbaar, geen schade
3 lichte aardbeving, ramen en deuren rammelen, losstaande voorwerpen vallen om
4 lichte aardbeving, schrikreacties, veel voorwerpen vallen om, scheuren in minder sterke huizen
5 lichte aardbeving, schoorstenen breken, leidingen lekken
6 zware aardbeving, paniek bij mensen en dieren, spoorrails verbuigen, minder sterke huizen storten in
7 zware aardbeving, zware schade aan veel gebouwen en ondergrondse leidingen worden vernield
8 zeer zware aardbeving, algemene verwoesting van gebouwen.
9 zeer zware aardbeving, niets blijft overeind, rotsen breken in stukken, veel aardverschuivingen
Gevolgen van aardbevingen voor de mens
Kleine aardbevingen hebben weinig invloed op de mens. Eens ze hevig worden begint het gevaarlijk te worden. Soms met de dood tot gevolg. Bij een zware aardbeving is er altijd schade aan gebouwen, pijpleidingen, straten, enz. . Hierdoor is de financiering van de heropbouw telkens een fortuin.
Tsunami
Wat is een tsunami?
Een tsunami is eigenlijk een vloedgolf. De naam van de tsunami komt uit Japan. Het betekent Havengolf. Een tsunami kan wel meer dan 30 meter hoog worden en 1000 kilometer lang. Een tsunami begint door een aardbeving in de zee.
Wat is het verschil tussen een normale golf en een tsunami? Gewone golven komen door de wind en de maan, en tsunami’s door een beving in de zee.
Hoe ontstaat een tsunami?
Als er een aardbeving ontstaat, komt dat door dat er twee aardplaten tegen elkaar botsen, zoals eerder besproken.
Een tsunami komt door een aardbeving onder water. Dat heet een zeebeving. Een zeebeving is bijna hetzelfde als een aardbeving, maar dan onder water. Als de twee aardplaten dus tegen elkaar zijn gebotst, dan komt er een grote golf omhoog. Een tsunami kan ook ontstaan door vulkaanuitbarstingen of door de inslagen van meteorieten.
Algemene werking van een tsunami
(
(2013, Mantzmedia)
(2013, aardrijkskunde)
Bronnen:
Dixon, D. (1990). De planeet aarde. . Brussel: Artis.
Farndon, J. (1992). De aarde ontdekken. Leuven: Davidsfonds.
Oudheusden, P. v. (1993). Zo doe je dat! De aarde. . Casterman.Vulkanen. (2000). KeulenMueller, V.
Vulkanisme, www.vulkanisme.nl